Afscheid
Engelen zijn puur
Een gave van de natuur
In hun witte kistjes
worden ze samen opgebaard
Zo waren ze voordien
Samen sterk en plezierig
Nu samen één
Gaan ze arm in arm heen.
Zij hebben samen hun sneeuwhandjes
Gevouwen op hun borst
Hun rode wangetjes van toen
Zijn nu wit en breekbaar
De rode draad van hun leven werd doorgeknipt
Zij hadden juist aan een glaasje plezier genipt
Vriendjes geworden voor altijd
Maar nu is de tijd gekomen dat iedereen zwijgt.
Ze werden de mond gesnoerd
Hun hartje viel stil
De handjes werden koud en kil
Hun glimlach werd versteend
De adem verliet hun tere lijfje
Zowel jongens of meisjes
Verlieten het aardse leven
Ze hadden nog veel kunnen beleven.
Het is nooit eerlijk kinderen verliezen
Zij zijn geboren om te leven
En ons, hun ouders te overleven
Konden we maar kiezen.
Iedereen is in rouw, diep in je ziel gekweld
Van al dat onnodig geweld
Hoewel hier het lot de scepter zwaaide
In de plaats van hun lieve gezichtjes te aaien.
Och, wat kan ik nog zeggen
Wat kan ik uitleggen
Mijn keel is toegesnoerd
Ik stop, ik voel me te beroerd.
Claire Vanfleteren