Nooit eerder werd iemand toegelaten
in het fort, door de jaren heen opgebouwd.
Ondoordringbaar, hard en koud van buiten.
Wat binnen zat wilde naar buiten, maar zag geen uitweg.
Wie van buiten poogde binnen te komen, stootte op de ondoordringbare muur.
Maar nu, na al die jaren, is vertoonde zich een barst in de muur,
waardoor jij naar binnen glipte, breekbaar daglicht met je meenemend.
Het licht onthulde dromen en verlangens, voorheen verborgen in duister en stof.
De warmte van jouw lichaam verspreidde zich door de holle ruimtes.
Jouw zachte adem blies het stof op en herinnerde mij wat eronder zat.
Langzaam groeide de barst, en daarmee de strijdlust van de gevangene
Samen met jou brak zij het fort uit,
hand in hand liepen wij verder en verder van de koele duisternis omhuld, door de eens ondoordringbare muren
maar hoe ver wij ook kwamen, nooit liet het fort mij volledig los.
Omkijkend leef ik verder in warmte en daglicht
totdat het fort mij weer zou omsluiten.