Ik hoor, ik luister, en ik moet het maar accepteren.
Alles wat er voorbij komt, ik moet er maar mee leren omgaan.
Het is lastig om zo te leven, maar het is niet anders.
De constante gedachtes, die in mijn hoofd vastkleven.
Sorry, maar het gaat zo langer niet meer.
Ik weet het, maar de hulp heb ik niet nodig.
Wil niet aan de medicijnen, wil niet aan die pillen.
Ik doe mn ogen dicht, hopen dat alles een keer verdwijnt.
Het probleem is niet te stoppen of zo op te lossen.
Moet er achter komen wat er nou precies is.
Over alles wat er maar voorbij komt, blijft rondcirkelen.
Het spijt me, maar snel wordt ik verlost van alles.
Ik spaar mn laatste krachten bij elkaar.
Om alles op te kunnen schrijven van wat eruit moet.
Mijn pen, ik volg hem, alleen hij spreekt de waarheid.
De oorzaak van wat er door me heen gaat.
Mijn ademhaling, de steken, ik kruip verder.
Opstaan zit er niet meer in, de pijn.
Sorry, maar ik kan het niet meer aan.
De stem in mij, als die nou een keer stil was.
Dan is er plek, om goed na te denken.
Maar het moet zo zijn, hij houdt nooit zijn mond.
Het geschreeuw, dan het gefluister, wat moet ik doen.
De constante pijn, de problemen, de tranen.
Ik dwaal in het verleden, omdat ik geen stap verder kan.
Eerst moeten er dingen opgelost worden.
Ik heb problemen, maar die puzzelstukjes passen niet.
Snap niet waarom ze niet kunnen, wat doe ik fout.
Het spijt me, ik word gek hier.
Zijn het dan allemaal leugens, liegt mijn hoofd?
Lijkt wel of alles tegen me is, wie kan ik nog geloven.
Ik ben de dupe van dit leven, kan er niet mee omgaan.
Ik krijg geen lucht, maar het schrijven bevrijd me.
Nu de tranen die niet willen komen, ik sluit me af.
Het is tijd, tijd om er mee te stoppen.
De uitweg is daar, aan het einde, de plek waar ik hoor.
De tijd kan niet terug, dan had ik alles anders gedaan.
Heb de emoties niet nodig, leef op de woede in mij.|
Maar langzaam komt alles terug, kan het niet negeren.
Sorry, het spijt me, ik wil niet zo leven.