Brief aan....
Ik heb je duizend keer zitten zoeken
heb ‘t zoveel keren zitten vervloeken
heb duizendmaal van je liggen dromen
en ben je, zomaar, achterna gelopen.
Ik heb je in mijn hersenen gebrand
zocht als een blinde steeds je hand
heb je ontelbare keren zozeer gemist
steeds, altijd en overal, weer vermist.
Ik ben menige vrouw vast ongelegen
heb met geen ander ‘t bed willen delen
heb zitten woelen, soms liggen draaien
naar verschillende dingen zitten graaien.
En met mijn lippen, nat van ‘t zoeken
heb ik steeds aan jou denken moeten
heb andere, dan mijn huid kunnen strelen
ben niettemin toch trouw aan je gebleven.
Ik nam je in mijn hart, mijn zieltje klein
alleen maar, om met jou te kunnen zijn
heb je in duizenden kleuren uitgedacht
liep steeds verloren in jouw ogenpracht.
En al lagen andere handen op mijn schouders
geen enkele heeft me kunnen weerhouden
al de vrouwen die naast me kwamen staan
gaf ik, spontaan en achteloos, jouw naam.
En van die, die langs mijn lichaam gleden
is geen enkele haar naam, mij bijgebleven
ik heb nooit in een ander willen geloven
kan zeggen dat ik je nooit heb bedrogen.
Maar, ik voel de jaren beginnen wegen
ouderdom, er bestaat geen middel tegen
ik voel het aan mijn kundigheid knagen
aan mijn mentaal verzet, aan mijn haren.
En nu doen twijfels me ook nog dwalen
ik weet niet hoe ik dit zou moeten vragen
en dus hou ik me maar klein, en blijf hopen
dat je in iemand als mij wilt blijven geloven.
25 April 2012