Ze zijn mijn vrienden, de spinnen. Ze zijn mijn vrienden.
Mijn zus heeft een kat die houdt van spinnen. Ik noem haar Ciderik, maar zij zegt dat ze Sylvia heet. Vroeger kende ik een ooievaar die mijn vader zo noemde en daar doet Ciderik mij aan denken.
Spinnen, dus. Ciderik eet graag spinnen. Met haar pootjes vangt ze drie keer per dag spinnen. En slikt ze dan pardoes naar binnen. Soms gaat ze dansen, maar meestal blijft ze daarna stoicijns zitten. Ze houdt echt heel veel van spinnen.
Mijn zus is bang voor spinnen, dus ze is blij met 'Sylvia'. Ik niet, maar het boeit me wel, dus ik blijf in mijn stoel zitten kijken hoe Ciderik haar spinnen met poten en al telkens weer uit het gras naar binnen hapt en voldaan op de stoep gaat liggen slapen in de zon.
Mensen houden van 'Sylvia', de kat. Mensen houden van 'Sylvia'.
Ik niet van Ciderik.