Kinderen van aarde en wolken,
geboren met een wil te gaan of te staan,
vrij de weg te kiezen, langs alle volken,
langs de stroming van de grenslaag te gaan,
op het spoor van brieven zonder woorden,
met foto’s kreukbaar vergeeld
in de zon van oneindige oorden,
als globale nalatenschap, ongedeeld,
op de tast, zwaaiend in ’t rond,
schuifelend langs een steile wand,
verankerd in vaste grond
van het tweede vaderland.