ik moet sterk zijn,
mijn kracht is nog maar klein.
vechten tegen mijn beste vriend,
dit heb je niet verdiend.
elke seconde ben je bij mij,
ik luisterde steeds naar wat je zei.
langzaam kreeg jij de macht,
tranen vielen in de nacht.
jij beslist wat ik doe,
want ik ben te moe.
door mijn vrienden word je anorexia genoemd,
volgens iedereen ben je verdoemd.
ik vind mezelf dik met mijn 47 kilogram,
en ik haatte mezelf als ik bijkwam.
na mijn eetbui die ik vandaag kreeg,
ben ik bang dat ik morgen bijna 49 weeg.
nu moet ik vasten van jou,
dat zal ik ook doen omdat ik ergens toch van je hou.
ik weet niet meer wie ik ben,
en of ik jou wel echt ken.