Toen ik jong was, was alles nog prachtig,
Mijn vader was de sterkste man van de wereld,
En mijn moeder was de allerbeste ooit.
Totdat ik ouder werd, en alles veranderde.
Ik ben iemand die altijd in is voor een praatje,
Iemand die altijd vrolijk doet en altijd lacht.
Tenminste, dat is wat iedereen ziet.
Ik ben iemand met heel veel littekens.
Ik ben iemand die gebroken is elk moment,
En ook ben ik iemand die dat verbergt om een ander niet met zoiets op te zadelen.
Of met het idee van, mensen zullen toch vinden dat ik me aanstel.
Maar toch, merken mensen dat ik verander,
Volwassener? Ik weet niet of je het zo kan noemen.
Ik ben niet meer de persoon die altijd in is voor een feestje,
Die met iedereen vrienden is, die iedereen vertrouwt.
Dat meisje die zo open is.
Dat ben ik niet meer.
Het open boek is gesloten.
Het open boek is op slot.