een stille fluistering
als een flinterdun laagje
zachte zijde
maar dan kwetsbaarder
en breekbaarder
zoals slaap
die zich nog maar net
in je geest genesteld heeft
en jouw dromerige glimlach
die bij het minste zuchtje wind
weer wakker wordt
wanneer ik op de tippen van mijn tenen
naar je toe sluip
om je nog een allerlaatste
nachtzoentje te geven