Het is zomer maar toch heb je het koud,
door enkele onjuiste gedachten,
dat er niemand zal zijn die van je houd.
Iemand die ondanks je gebreken volledig voor je gaat,
maar door die onjuiste gedachten,
toch het gevoel dat je er helemaal alleen voorstaat.
Al zegt die gene elke dag dat zij/hij zoveel van je houd,
maar weer door die onjuiste gedachten,
weet je niet of je die woorden van haar/hem wel vertrouwd.
Maar door die onjuiste gedachten,
verlies je alles om je heen,
en blijf je juist achter,
eenzaam verdrietig en alleen