Als kind, toen het gebeurde wilde ik neen zeggen.
Ik heb het niet gedaan.
Ik wist niet of ik wel neen mocht zeggen.
Als volwassene weet ik dat ik neen mocht zeggen.
Alleen is de pijn en angst te groot geworden.
Het lukt niet om een relatie in evenwicht te krijgen.
Een relatie is in evenwicht als je kan geven en ontvangen.
Ik kan niet geven zolang ik bang ben om te ontvangen.
Ik kan niet ontvangen omdat ik bang ben dat ik mezelf niet kan beschermen.
Om mezelf te kunnen beschermen, mag ik niet meer bang zijn voor de woorden.
Voor de woorden die beschrijven wat er vroeger gebeurd is.
Als die woorden geen pijn meer doen, hoef ik niet meer bang te zijn.
Praten over en met die woorden helpt om de pijn weg te halen.
Op een dag kan er evenwicht zijn.
Durf ik ontvangen en kan ik geven…