Je huid is zo mooi bleek. Ik wil ontdekken of je glinstert in het duister. Er is geen lachrimpel meer te vinden.
Je aders zijn beekjes over je lichaam tot dat ik besloot het niet meer te laten regenen en zo je beekjes droog te leggen.
Je spieren zijn opgespannen en vormen het reliƫf van je harde, koude lichaam. Ik wil aanschouwen hoe je gaat ontbinden.
Je botten zijn gebroken, je hart verscheurd. Ik wou zo graag God over je spelen. Je bent dood, maar ook mijn leven is zoek...
Ik wil weten of je hoofd nu leeg is, of je gedachten zijn gewist. Ik wil weten hoe het licht is uitgegaan, en of er toen chaos ontstond. Voelde je paniek opkomen? Wist je dat het met je gedaan ging zijn?
Was je bang, schat?