Je verloochent me niet. Houdt me in ere. Het is wat het is.
Aan goede bedoelingen hebben we niets. Het gaat om de feiten.
Kotsen deed ik, de hel moest eruit. Je stond stil te wachten op de bus.
Het regende dus, ik had geen paraplu. Je deed geen pijn, want ik ken je.
Je maakt het er alleen niet makkelijker op. De marge is beperkt tot een keuze.
Mijn hersens bijten zich vast in het verdriet van de sloppenwijken van de Hout.
Goed is goed. Fout is fout. Ik verlang naar de vreugde.
Nog even en ik verhef je.
Na ons de verklaring in goud.