(Uit “De zuster Kronieken”)
Interview met een non
Deel IV “ zuster Maria-Leonia”
Donderdag, ik staar door het raam naar dat vervloekte klooster, ik hoor hun klokken
maar twijfel aan de boodschap die ze verspreiden. In gedachten zie ik ze zweven in hun zwarte habijten net boven de grond, ja zweven lijkt me het juiste woord.
Wat zou ik graag de mysteries die zich achter die dikke muren bevinden onthullen,
waar de dood herinneringen op de muren legt en witte haren geeft aan de nonnen.
Gisteren werd ik verslagen door een non met sprekende ogen, ik heb gefaald.
Daar ik geen plan had, was alles tevergeefs. De woorden die ze tot mij sprak
deden mij ontsnappen aan de werkelijkheid waardoor ik het klooster moest verlaten via een achterpoort. Ik trad binnen vol van zelfzekerheid, maar vond alleen mystiek en wierrook.
En als er al een verhaal te vertellen viel, was het net hetzelfde als de dag ervoor.
Ik ga weg van het raam en zet de radio aan, toch drijven mijn gedachten me naar het gevaar dat zich aan de overkant bevind. Ik waag me naar buiten, deze keer zonder vooroordelen.
Van pastoor Laebens hoor ik dat monsieur Robert het tijdelijke voor het eeuwige verwisselt heeft en of ik soms geen zin heb om zijn werk verder te zetten gezien ik toch zo dicht bij het klooster woon. (Dit kan niet waar zijn, dit is mijn kans om die vermaledijde schepsels ganser dagen bezig te zien) Ik zeg toe met een gespeelde air van ja maar zal dat wel lukken enz. waarop de pastoor me lachend toevertrouwd dat de zusters nog niet van de kwaadste zijn.
Maar hij kent de waarheid niet, ik wel ik wel ik wel godverdomme… sorry daarvoor.
Monsieur Robert was hun slaaf, die man deed werkelijk alles, nu moest ik er aan geloven.
Hun eten brengen, hun afwas doen, boodschappen voor mij, ramen wassen voor mij, de post ik, ik bediende ze op hun wenken en hoorde vaak hoe ze me satanisch uitlachten, (toch in mijn hoofd) ik ik ik ik ik ik, ik wou dat ik die rot job nooit had aangenomen.
Anderzijds had ik dan waarschijnlijk nooit zuster Maria-Leonia leren kennen. Zij was de jongste van de hele zwik. Het zwart schaap wel een beetje, letterlijk dan, want ze kwam mee met nonkel pater uit de Kongo en was zo zwart als de nacht. Als ze haar ogen sloot in haar zwarte habijt was ze net een duistere diamant, maar ze was wel de liefste van allemaal.
Het was zij die me vertelde van de kelders waar niemand mocht komen, van de bovenverdieping met haar duister cellen, van de rare geluiden op zolder, Ik dacht direct aan zwarte missen en geheime genootschappen, mijn verbeelding sloeg op hol en opnieuw was ik in gevaar. Slapeloze nachten waren mijn deel van het bestaan geworden.
In de maanden die volgden leerde ik alle zusters kennen en hun werk dat ze deden, zuster Walburga, die de verantwoordelijkheid droeg over de maaltijden. Kort, dik en gezet met een habijt die veel te veel rond haar lijf spande. Zuster Marie-Paul de enigste die meer werelds was en die dan ook op regelmaat het klooster verliet. (waar naartoe? Geen mens die het weet)
Zuster Elisabeth die het bewind voerde over de gevallen meisjes, zuster Bernadette die de tuin als haar domein zag. Zuster Ambroise die me steeds maar weer verwijtend aankeek, zuster Lutgarde die me nog altijd wilde bekeren. De geheimzinnige zuster Emmanuelle… De werkzusters, de verplegende zusters, de novicen, ik kende ze allemaal, maar slechts met zuster Maria-Leonia voelde ik me verbonden.
Ik leerde het klooster door en door kennen, kwam op alle plaatsen (behalve de zolder, de kelder en de bovenverdieping)
Ook de kwartieren van Mère Prieure waren nog verboden terrein.
Ik zag de levende nonnen, maar ook de dode, ik leerde hun gebeden kennen,
ik zag die rare wezens in hun zwarte kleren en dit alles deprimeerde me.
Ik was geworden wat ik altijd had gehaat, en wat ik wilde zijn ben ik nooit geworden.
Het gezicht dat ik aantrok was vastgemaakt aan de leugens die ik had leren spreken.
Toen ik het wilde afdoen was het reeds te laat, gelijk een barkruk waar een dronkaard van valt of de stok waarmee de hond geslagen werd zo bleek ik niets meer waard te zijn.
Ik was bijna gebroken, begon bijna zelf te geloven dat het allemaal waar was en ik een zondaar die hoogstwaarschijnlijk naar de hel zou gaan…
esteban 17 Juli 2012