Eerlijk ik respecteer je. Het kwaad is jou niet gegeven.
Goed somber ben je raar, maar liegen kan je niet.
Ons verdriet is de onmacht waar de twijfel mee speelt.
Mijn jas vloekt. Ik fiets alleen. De straten zijn leeg.
We denken. We slapen. Ons vervelen doen we niet.
Het beest is wakker.