Vlinder vliegen overal,
In mijn buik en in mijn hoofd,
Ze hebben me compleet verdoofd.
Helder denken kan ik nu niet meer,
In gedachten herhaal ik, wanneer zie ik je toch weer,
Ik mis je zo, ik wil graag bij je zijn,
Als je er bent voel ik me zo klein.
Want...
Jij laat me voelen dat je om me geeft,
En dat je mijn aanwezigheid als prettig beleefd.
Je houd van me en dat laat je merken,
Oh ik wou dat dit zou kunnen werken.
Jou ogen zo mooi, zo eindeloos blauw,
Zachtjes fluister je in mijn oor... schatje ik hou van jou.
Mijn maag draait om en vlinders gaan tekeer,
Heel even heb ik het niet meer.
Dit alles vind ik moeilijk en het maakt me bang,
Want bij jouw houd ik mezelf niet meer in bedwang.
Bang dat hij het ziet, bang dat hij wat merkt,
Bang dat hij jou wat doet, zijn gedachten zijn beperkt.
Want voor hem ben jij die ander,
Zijn ware tegenstander.