Het is een late augustus-nacht. De fonkelende rijenVan sterren staren rondom aard eindeloos diep
En het was alsof intense liefde van hen mij riep
Zij riepen mij om op te staan en te strijden
Ik weet niet wie of wat dit gevoel schiep
maar dat ik dit gevoel aanbidden moet
Want als ik het leven eerlijk begroet
Zal ik ontwaken van de eeuwig slaap dat ik sliep
Daar hoor ik een stem en zij zingt een teder lied
Met tranen zal zij dit lied zingen
Waarom zij dit zingt, ik weet het nog niet
Wat rusten kan, voelt de rust zich doordringen
Ook ik, weet niet wat ik denken moet (Ik denk zoveel)
Doch voelt het: Zij en ik, het voelt zeer goed.