On(dubbel)zinnig
er was muziek, een zoetgevooisde wijs
de dames kortgerokt schonken
wodka over rotsen ijs
mannen pochten in een dronkentoestand,
met dollars over de toonbank
hersenschim aangezien voor macht
walste het verstand plat
niemand hield de wacht,
wat was er om op te wachten?
de maan grijnsde meer dan dat ie lachte
een hond in de verte blafte
de een dacht een leeuw te zijn
de ander een panter of in ieder geval kat
een vrouw van lichte zeden
deed zich voor als een onbeschreven blad
alcohol decoreerde naar hartenlust
de realiteit werd te vondeling gelegd
in een verlaten koekoeksnest
misplaatste verlangens werden onthaald
het geweten geflest met een knipoog
en een overspelig kus
buiten sliepen dromen in bomen,
niemand hield de wacht
ratio nam de benen
en verdween in de nacht