Kijkend in de spiegeling van het water..
mij afvragend wie is zij..
Zij die getekend is in het diepe water..
zij die huilt en constant schuilt achter een muur.
Waar ben ik gebleven..
waar is mijn lach en mijn geluk..
In het water gevallen en opgevangen daar haar..
nu zwijgend en schuilend tegen de donderslagen.
De regen verbleekt het beeld..
het laat een frustratie achter..
ik weet niets te doen met deze frustratie.
Ik zie haar achteruit gaan..
wegkolkend in een cirkel..
de cirkel van het verleden.
Piekeren, opstaan, piekeren, liggen en weer opstaan..
waar is het gebleven het zorgeloze gevoel..
waarom kan ik nergens meer van genieten?
Ik zit ik vast in het water, opgesloten..
in mijn eigen ziel.