Er is wat aan het handje,
in dit kouwe kikkerlandje.
Men weet niet meer wat leven is,
en dat is een groot gemis.
Toch heeft men nog de hoop
want we hebben onze dagelijkse dope:.
Zolang wij kunnen zwelgen,
in zelfbeklag, dag na dag.
Dan hebben wij nog de illusie,
van we kunnen het nog aan.
Maar pak het volk zijn loos vertier af,
dan roepen wij alras om een passende straf.
Want stel je voor: Je krijgt door,
dat je je levenlang genaaid bent.
al zittend op je krent,
en opeens vin je het goor.
Dan komt de dag dan roepen wij samen,
met een gezicht vol met tranen.
Ons leven is meer dan wat omhangen,
of naar wat beters verlangen.