De september-hemel droomde een goudengloed over hare schijnsel heen
Welk ik verwonderde en ik vermeen
van haar esthetiek te gaan houden
Onder het uitspansel zat zij lieflijk
te dagdromen. Tussen hare vingers een sigaret
waar zij liefelijk hare roden lippen zet
en de aroma uit de mond scheidt
"Schoonheid, o, Gij, Wier naam geheiligd zij,
Uw wil geschiede; kóme Uw heerschappij
Voor jou wil ik demonstreren tegen het rookverbod
zodat ik jou in gouden dagen kan bewonderen
en eerdaags zal ik je schoonheid responderen
Proost! en ik steek er ook één op!