Ik moet bukken om de borden te ontwijken
In duizend stukken legt de muur ze rond me neer
En als ik naar jouw gezicht weer durf te kijken
Weet ik het zeker: we zitten in zwaar weer
Ik hoor een stortvloed van gesiste woorden
Zelfs mijn trommelvliezen weten: die is boos
En als jouw blik mij zou kunnen vermoorden
Wist ‘k wel zeker dat ik het hazenpad koos
Ik voel jouw woede tot het kookpunt komen
En mijn zwijgen brengt je zelfs tot razernij
Jouw adem is al meer een soort van ‘stomen’
En diep van binnen weet ik het: dit komt door mij
Dit komt door mij, omdat ik nooit iets overleg
Dit komt door mij, omdat ik nooit iets aardigs zeg
Ik ben een hork, een baviaan in het kwadraat
En daarmee maak ik jou zo buitenzinnig kwaad
Ik zal weten dat mijn aanpak niet zal slagen
Talloze malen heb je mij dat al verteld
Wat moet ik doen om jou een beetje te behagen
Nu je alleen maar door mijn houding bent gekweld
Donkere luchten, het onweer barst zo los
Donkere luchten, en ik ben weer de klos!