Achter de bank zit een rover.
Hij schuwt de kinderen daarbuiten.
Van lego bouwt hij kastelen.
Boven hem kijkt de camera hem na.
Zijn broer komt thuis.
Vreemdelingen dansen voor de ruiten.
Velen praten over hem,
maar zijn bang om met hem te spelen, daarbuiten.
In de tuin sproeit het water.
Achtergelaten met een ballon toeft hij verder.
Zijn vader vraagt naar de herder.
Buiten luiden de geluiden tot herrie,
maar hij is alleen met de sterren.
Jaap pakt zijn jas. Het gaat: Wat zal ik zeggen?
Morgen zien we verder.