Weggevoerd.
Saucijzenbroodjes op zondagochtend,
of was het alweer middag?
Tijdsbesef was uitgeschakeld
en zo de wereld ook
Enkel jij en ik bestonden, waren één.
Ronddraaiende gedachten,
die slechts stil gezet konden worden door jou.
Jouw manier van kijken, van beleven, van liefhebben
Teder komt in de buurt, maar omvat jouw aanrakingen niet.
Die me lieten zweven op warme tapijten
en meevoerden naar een land waar geen gedachten waren
Het aan- en uitknopje van de aarde was zoek,
enkel jij en ik bestonden
Waren samen één.
Warm, zacht, clichématig veilig in jouw armen
vond ik mijn eigen weg weer terug.
Samen één; ik huilend in jouw armen, jij troostend om me heen.