Het regent. Een handvol kauwtjes vliegt over.
We tellen de druppels, drinken ‘die see’.
Geloven de dromen van wind door het lover.
Soms is zelfs het kleinste gebaar iets te veel.
Hier dobber ik naast jou in schoonheid.
Zoals kroos en vinden van rust boven de beit.
Twee eenden in het riet van de hofvijver.
Je hebt een groot hart, zoals alles. -
Geluiden veranderen, de stilte blijft.