In het schijnsel van de maan loopt
een traan langs uw wangen
maar huilen wilt gij niet
maar lijden zult gij niet
echter weet ik dat uw adem stokt
bij het zien van wat gij achter liet
zodoende dat inkeer haar weg zal vinden
en gij misschien uw dromen wilt herleven
maar zwichten wilt gij niet
maar toegeven zult gij niet
tot gij mij in een schreeuw zult hullen en
ik de bron van kommer en solitarisme ben
In de warmte van 't vuur dat gij
brandend hield ontpopt zich de herinnering
aan het echte, het eerlijke, het onvervalste
dat nu verdoezeld wordt terwijl
ik zal wachten, al dien ik daarvoor
mijn stam in mos te bemantelen en
mijn ziel door de tijd te laten vervliegen.
Al moet ik het moeras van mijn zijn
doorploeteren om zo het beste land
te vinden.
wachten zal ik.