Bestaat een feeëriek kasteel
Bouwt een fee wel kastelen
Of zijn ze zich in het bos
Ook dood aan het vervelen
Ik denk niet dat de fee torens bouwt
Van honderden meters hoog
Want slecht in hun vreemde woud
Genieten ze van hun grappen droog
Dus leerde de mens het van iemand anders
Misschien wel van de dwerg
En hebben zij onze bouwkunst verandert
Van hutjes naar kastelen groot als een berg
Maar dwergers zijn altijd gravers geweest
Ze kennen slechts de tunnels van hun mijn
En de meeste hebben hoogtevrees
Dus vinden ze kastelen niet zo fijn
Dan de Orken misschien
Want om contact zijn ze nooit verlegen
Maar aangezien het eerder lichamelijk was
Hebben we hun steeds aan het zwaard geregen
Wel brachten ze ons bij
Recepten van lekkere pastij
Tot het kruiden van sappig vlees
En mede, wat een feest!
Misschien dan van de elfen
Want steeds als ze zongen
Rolden er watervallen van klanken
Uit hun piercing-tongen
Maar zij kunnen niet bouwen
Ze slingeren slechts van liaan tot liaan
In hun immer groene wouden
Wij haalden het kasteel elders vandaan
Van waar
durf ik niet te zeggen
Misschien ontdekten we het uit ons eigen
Maar dat uit nederigheid
Ons nobel hart verkiest te zwijgen