Intocht.
Zij staan te juichen
op de kade
een blos op het toch koud gezicht
de mist omlijst
de zwarte pieten
het lied is op De Sint gericht.
Zakken vol
bruine pepernoten
strooit men nu leeg hier op de ka
de burgemeester
houdt zijn toespraak
en niemand komt het kind te na.
Heerlijk die oogjes
die nog geloven
in deze eeuwenoude Sint
de Kindervriend
uit mededogen
die mee gewaaid is met Gods wind.
Hoe wonderlijk
moet alles lijken
voor hen twee , drie jaar oud
een dweilorkestje
dansende pieten
een trillend wachten , alles koud.
Maar een verlangend
uitzicht naar morgen
wat in de schoen te vinden ligt
en dan die viering
met geschenken
verwachtingsvol staat hun gezicht.
th.