Je denkt dat je me hebt geholpen,
Want het houdt me van de straat,
Terwijl mijn leven, strontvervelend,
Van de regen de drup in gaat.
Hoe dankbaar zou ik je moeten zijn,
Als ik mag vreten uit mijn neus,
En na de achtste keer proberen,
Nog steeds hoor ‘het helpt je heus’.
Ik noem ’t vergooien van mijn leven,
Jij noemt het mooi begin,
Je hebt me geholpen, o zeker weten,
Zo de goot weer in.
Auteur: Engeltjuh | ||
Gecontroleerd door: | ||
Gepubliceerd op: 20 november 2012 | ||
Thema's: |