sterren die er altijd zijn
dieptes die alleen maar samen
sterker in gevoelens worden
zoveel om nog te zeggen
om als warmte uit te leggen
en toch geen woord
geen klank
geen trilling in de lucht
het woord vervlucht
in zinloos na- gekabbel
het is in ons
zoveel, in ons
langzaam, laten wij ons gaan
handen dalen
ogen geven stil een laatste blik
mijn adem stokt
en zet zich in een plotse zucht
alsof de tijd het heeft gevonden
de nacht dooft uit
en vormt geluid
met nieuw herschapen leven
maar niet bij ons
niet waar wij
alleen in ons verbleven
niet waar zoveel meer
in minder is
niet waar wij elkaar
die sterren blijven geven
-