Zelfs dan,
In een ander wereld. Laat ik hier vooropstellen dat ik een dromer ben, een utopist, hoogstwaarschijnlijk een hofnar. Aan u de interpretatie, dierbare lezer daar ik twijfel aan de juistheid van mijn inschatting en de gradatie van mijn soms buitenzinnige fantasie.
Maar ik zou schijnen, helder aan de donkere hemel verschijnen als kompas dat jou de weg zal wijzen uit de duisternis. Ik zou de zorgen versmelten met mijn warmte opdat jij elk nieuwe morgen verlicht het leven in al haar facetten zal kunnen verkennen. Je zou rennen om het rennen omdat het begrip vluchten enkel abstract zal zijn; gevaar louter een spanningsboog in een sprookjes verhaal.
In dit bestaan was iedereen gelijk aan elkaar. Blind, doof, stom doch overladen met rijkdom van het hart; de blijmoedigheid van een jonge hinde, lanterfanterij van een pas uitgekomen vlinder en met het vertrouwen van een zuigeling aan den borst van moeder draaide de aarde om de banen van jouw genoegen.
De wereld was dan het vrijheidsparadijs, het gif van de slangen een elixer voor eeuwige jeugdigheid. De dood een vakantieoord om te bekomen van al het moois want zelfs bloemen kunnen vermoeiend zijn.