Een man waande zich drenkeling,
naar eigen zeggen en schrijven
voor het eeuwige achterblijven
in het zoute water van de enkeling
Maar ooit leggen de dagen zich mat
bij de reeds vergane jaren neer
gaan levens verder, keer op wederkeer
wordt zeemansgraf tot wandelpad.
Het schelpenzand tussen blote voeten,
laat hem lopen als nieuw ervaren
zo hier en nu, zo ver van al het moeten
Dat gevoel, voor het eerst sinds jaren
iemand voor het eerst te ontmoeten
Hij zou het, als het kon, zo graag bewaren