Jouw randen krullen zich op.
Het beeld is korrelig, eenzaam,
gemaakt op een moment,
in een jaar
dat je het eigenlijk niet wilde.
Toch heb ik nog steeds dezelfde,
daar waarin ik je herken.
Het was niet perfect,
maar eerlijk
zoals de trilling in je stem.
Zorgvuldig bewaar ik je
op de bovenste plank.
Ik ben,
je bent,
we zijn
geen steek veranderd.