Een mens heeft in zijn leven vele gezichten.
De een lacht, de ander huilt,
Een om lief te hebben,
een ander om klappen op te vangen.
Een mens heeft in zijn leven vele harten.
De een van steen, de ander van goud.
Een gebroken,
Een ander dat brand van verlangen.
Maar de mens heeft maar één leven.
De mens heeft maar één ziel.
De mens heeft doelen om naar te streven,
maar de kans dat hij ze allen haalt is nihil.
De mens die van dag tot dag leeft,
is een mens die tijd heeft.
Diegene is niet bang om zich te stoten
En littekens heeft hij daarom veel.
Want hij heeft de tijd,
Die alles heelt.