Als het beminnen is, Liefste, om dag en nacht
Te denken, dromen, peinzen hoe jou te bevallen
En buiten dit al 't andere te laten vallen,
In dienst slechts van de schoonheid die mij welhaast slacht.
Als het beminnen is, geluk waarnaar ik smacht
Verdampt te zien, tot eenzaam mij te zien versmallen
Waar pijn en vrees en zwijgen mijn bestaan vergallen
Te schreien, meelij te roepen, waar afwijzing wacht.
Als het beminnen is, om weer in ei te leven
Dan in mijzelf, maar blij verhullende dat streven,
Met in de ziel dat gevoel van ongelijke strijd.
Koud dan wel heet , al naar liefdeskoorts mij breekt.
Beschaamd als ik aan jou mijn biechtwoord wijd.
Als het beminnen is, dan moet mijn liefde schallen
Voor jou, maar dan luid ook voor mij de stervenstijd
Mijn hart spreekt luid, maar 't is de tong die niet meer
Spreekt.