Nu ben je er nog.
Kan ik met je praten.
Je wat vragen.
Nu ben je er nog.
Hebben we alle tijd samen.
Je bent alleen even weg.
Op vakantie.
Nu ben je er nog.
Gelukkig wel.
Zuinig zijn.
Dat is wat je zegt.
Je bent er nog.
Ik tel de dagen,
leg mijn verdriet opzij
en wens je heelhuids terug.
Je bent er nog.
Even weg, even een zucht.
Je bent er nog.
Je bent er nog.
Je bent er nog.
En dat,
dat geeft rust.