Fluisterende machten, koppige
ezels in de nacht
gebroken door verledens, fantasieën, dromen,
ach, zo verloren.
Kruip niet in mijn hoofd,
je zou het je lichtjes
besterven, mijn geheugen kapot,
gestroopt
want God, U weet niet
-en ziet niet-
wat wij weten.