harde woorden
stille tranen
rennend, weg
naar nergens heen
achterover in het gras
blauwe hemel, rood verdriet
schreeuwend in de ruisende wind
niet meer dan een zacht gezang
diepe krasjes
langs mijn polsen
bloed als honing
zacht gezoem
rustig ademen
ogen volgen
vliegjes, bijtjes
stil genoeg
voor mijn roepende gedachten
wat ik mis, krampachtig
handen op mijn oren
i, ik zal je naam niet noemen
hopend dat ik je haten kan
of vergeten
of kan laten
voor minder dan je bent
want ik weet dat ik wel weg kan rennen
en vrij zijn en gelukkig en gevlucht
maar als ik struikel, val, huil en terug wil
kan ik je niet meer missen