Ik herinner me de pijn
de angst en het verdriet
ik voelde me zo klein
en zwak, niemand liet
me zijn zoals ik was
slechts een restje
slechts wat as
slechts een afspiegeling
als gebroken glas
Ik herinner me dat gevoel
van eenzaamheid
ik had geen doel
ik kreeg geen vrijheid
woede raasde door mijn bloed
een geheime gedachte
die de onschuldigheid teniet doet
naïeve verlangens
die het vuur in mijn hart voedt
zo groeide en groeide
de wil om te overleven
zo bloeide en bloeide
ik, gedreven
en hoop op het einde
het einde naderde
snel, ik deinde
op rustige golven
en niemand
echt niemand
kan mij nu nog iets doen.