Het ruist in de trein
wind tegen het glas
de dame met rood haar
zucht, laat zich lezen
haar ogen, de mond
de hals, de naaktheid
boven haar borsten
Een map ligt op haar schoot
daarboven de handen
op elkaar, zij zoeken
de warmte onder de armen
verlaten zonder elkaar
Zij kijkt naar buiten
telt de druppels op de ruit