8*8*8*8
van alles wat
ik geef je de gewiekste vingervlugheid
die ik stal van de dief op mijn fiets
liet je het kolossaal vermogen na
dat ik van die ouwe heer kreeg
ik benam hem de adem keer op keer
zijn gewapend hart ligt nu in mijn la
vooruit, hier heb je mijn mooiste woord
het stelt niks voor want het kost niets
alle stenen die jaren stapelden
bouw ze om je gouden bestaansrecht
de piepende deuren zijn het enige
je hoort geen gebrek; alles bekabeld
kom maar achterom, in het donker staan
hier liggen alle kaarsen. ze zijn uit
als je nog het spannend raadsel zoekt
waar alle onverwachte hoeken schuilen
val dan in 't zwartste gat van mijn handen
het laat zien waar hemelvrouwe leeft
8*8*8*8