De hoorn schalt tot broden,
die terstond hun wapens grijpen
om tegen ongehoord geluid
hardhandig op te treden.
Echter vele worsten smeden
snode plannen in het duister
om van de troon te stoten
de koperen toeter Toet!
Zij worden gesteund
door hun vroegere vijanden
die ongenode gasten
de lugubere misthoorns.
Gedragen door koeien
die naast boe zeggen, loeien,
toeteren de misthoorns
de worsten tot snot.
Hun verraad wordt niet getolereerd
door de dyna-koffie
die de misthoorns
tot veevoer vermaalt!
Alsdus eindigt dit gedicht
met de totale vernietiging...
.
.
.
.
.
Er wordt gebeld...
Ik moet terug naar het gesticht!
(c) N&L - 7-XI-'00 (Praag)