grassprietjes kriebelen tussen
mijn tenen, bevroren in de ochtend
dauw, stilte, een vogel, een fluistering
dat ik je mis
met mijn handen op mijn oren, mijn vingers
veilig verstopt tussen mijn haren, gluur ik
stilletjes langs de plukjes voor mijn ogen,
tandafdrukken van mijn verdriet opgevangen
en de woorden die niet mogen ontsnappen
tegen mijn knieƫn gedrukt
lelieblaadjes, kikkerpootjes
ik zie de zon, het weer-
spiegelen in het water
aan de oever van de sloot
jouw kleine laarsjes, leeg
verlaten