Rozengeur, maneschijn, elke dag met je samenzijn.
Ik doe wat water bij de wijn om toch even met je samen te zijn.
Jouw ogen die muren kunnen slopen
Ik ben bezopen in de zoete liefde van jou,
Waar ik de goden moet bedanken hoe het is gelopen.
Toeval of lot allesinds ik heb het genot.
Het genot om dichtbij jou te zijn.
Zo zoet als marsepein en dat zonder enige chagrijn.
Ik luister naar jouw stem die me geleidt uit de duisterheid die mijn onzekerheid houdt vastgebonden.
Spijt dat me berijd dat ik je niet eerder leerde kennen.
Even wennen aan deze relatie die me bijna voorbij kwam rennen.
Maar nu zit ik hier te pennen over mijn onvoorwaardelijke liefde die niet valt te ontkennen.
Geen dag zal voorbij gaan zonder je te verwennen.