(aan mijn oom)
In de eerste plaats mijn oom en tweede mijn vriend die ik mis.
U geeft mij het gevoel dat ik besta.
Gedachtes die mij het gevoel geven dat U nog leeft
terwijl dat het niet waar is.
Lukraak en achterlijk zelfs twijfelachtig is wat ik was.
Nu voelt het alsof ik mijn onzekerheid heb overwonnen.
Sinds ik mijn werkelijkheid zowel U in de spiegel heb gevonden.
Verdriet is wat ik vanbinnen heb maar wel door leven met op mijn gezicht een glimlach.
Engelen die U meebrachten naar Gods rijk.
Dat is wat mij gevoel zegt en hoe ik het bekijk als je overlijd.
Ik zie mezelf niet alleen in de spiegel.
Ik zie U een deels iedere keer dat ik in de spiegel kijk.
Ik kan het aan niemand bewijzen.
Het is iets dat ik zie en zelf in geloof dat ik het kan zien.
U bent een voorbeeld voor mij hoe je in het leven moet staan..
Als ik in de spiegel kijk zie ik niet alleen een man die van karakter is verander.
maar ook een persoon die hem geholpen heeft om te veranderen.
Het is iets wat ik niet kan bewijzen maar wel beweer.
Ik zie mezelf zowel u in de spiegel keer op keer.
Het is een feit dat U een deel uit mijn leven maakt.
Een deel die ik verloren heb, maar niet voor altijd kwijt heb geraakt.