Je bent slecht voor me.
Toch hou ik van je.
Je maakt m'n leven kapot.
Toch wil ik je niet meer kwijt.
Je maakt me eenzaam.
Toch ben je m'n vriendin.
Je maakt me ziek.
Toch ben ik dun dankzij jou.
Je bent een hel.
Toch ben jij de enige die me begrijpt.
Je verwoest m'n leven.
Toch hou je mij op de been.
Je werkelijke naam zag ik niet staan.
Anorexia jij maakt me kapot.
Toch laat ik je nooit meer gaan