De donkere materie van mijn heelal
heeft zich in grijze cellen georganiseerd.
Veilig in de anonimiteit, zoals dat geldt
voor elke cel die onafhankelijk opereert.
Mijn gebladerte van het bos bedekt
de sporen van platgetreden onmacht.
De wind heeft zandduinen achtergelaten
als verwaaide restanten van wilskracht.
Maar ach, men zegt wel dat niet alles
ook werkelijk is wat het oog ziet.
Zelf zie ik het niet zo scherp,
dit is immers mijn grijs gebied.