Naar de tuin. Al veel te lang geleden. Hoe langer het lijden,
hoe dieper de zucht. Spoedig daalt geschiedenis neer.
We braken stukken uit de straat, om uit schaduwen
weg te lopen en faalden in heimwee, keer op keer.
We gingen inwaarts, om ons niet in verte te verstrooien.
We daalden neer, om ons niet in hoogte te verslikken.
Eigenlijk deden we maar wat, protesteerden halfzacht,
lieten ons met de heideschapen in elk lot schikken.
Die tuin. Intramuraal van karakter. Zo eigen aan het
gebladerte dat deze kloostermuren wilde slechten.
Onze vergeefse dagen gingen veel te snel voorbij
om samen de nevel van onze helderheid te bevechten.