Dat wás ik, dit bén ik
Dat kleine stipje dat je zag lopen
en die steeds een stukje groter werd
een menselijke gedaante aannam
Dat was ik !
Dat groter wordend stipje
dat eenzaamheid uitstraalde
voorover gebogen neerwaarts keek
Dat was ik !
Die kleine, maar menselijke gedaante
die 's nachts in eenzaamheid huilde
en zelf haar tranen wilde drogen
Dat was ik !
Dat eenzaam verdrietig wezen
zal eenmaal weer erkennen
dat liefde en leven mooi is
en zal haar rug weer rechten
zal uitgestoken handen aannemen
en vol blijdschap zeggen:
Hé, hier ben ik !
Ik gaf mezelf even de ruimte
maar kom weer helemaal terug
gewoon, op mijn eigen manier
Want zo ben ik !
Janny
22-05-2013.