Lieve oma, ze droomt je
alleen in haar huis zit ze
in een rumoer van mensen
alle lichten zijn aan
ze is blind geworden
haar ogen staren.
Je bent de oudste
dus ga je over de straten
met nacht en ontijdig.
Je vindt haar en legt haar te rusten
in de slaapkamer
met de zwaarte van het oude sprei.
Ze is buiten de tijd
je wilt het niet aanraken
het maakt je bang
keer op keer dezelfde weg te gaan.
Tot je vanuit een zon en lente sluimer
haar straat inloopt en als vanzelf
zit ze bij de begonia's
ogen openen zich, ze kijkt je aan
en je ziet in het leven.
Het hart springt op
samen lachen we voluit
vieren het feest der herkenning
en het bloed dat kruipt